“Renate, ik ben 2,5 jaar het taalmaatje van Ahmad geweest en nog steeds kom ik regelmatig langs.” Het is een gezellige drukte in de meubelstoffeerderij van Ahmad. Stagiaire en rechterhand Merel is ook aanwezig bij het gesprek. De winkel aan de Kennemerlaan in IJmuiden is klein en staat vol met werktafels, gereedschap, een naaimachine én opnieuw gestoffeerde meubels. Renate komt voor haar nieuw beklede poefje, maar spreekt haar bewondering uit voor de fraai gestoffeerde klassieke stoel.
Ahmad Kalaji
Shakuur Halane
“We kregen een huis toegewezen in Yerseke, Zeeland. Met in het huis naast ons ook een Somalisch gezin en verder alleen de lokale bevolking. Strengchristelijk en op elkaar gericht.” Shakuur, zijn moeder, twee broertjes en een zusje ontvluchtten de burgeroorlog in Somalië. “We woonden in de hoofdstad Mogadishu. Mijn vader werkte bij de overheid en werd gevangengenomen, wij zijn gevlucht. Toen we vertrokken leek het de dag des oordeels wel. Het geluid van mortiervuur en iedereen schoot op iedereen. Totale chaos.”
Mesut Yilmaz
“Ik ken mijn vrouw sinds we geboren zijn, onze families waren bevriend.” Mesut groeide op in het noordoosten van Turkije. “Tegen de grens van Georgië. Tot mijn elfde, toen ben ik met mijn ouders naar Bursa verhuisd, dichtbij Istanbul.” Zijn vrouw is hij daardoor uit het oog verloren, tot zo'n twaalf jaar geleden. “Zij woonde met haar familie in Nederland, had net haar opleiding tot verpleegkundige afgerond en wilde hier blijven.”
Haider Sami
“Er viel een lijk op m'n motorkap, uit de pick-up voor me. Oog in oog, vlak voor me. De politie had 'm net uit de Tigris gevist, iedere dag vonden ze er minstens tien. Vermoord, doodgeschoten. Op dat moment wist ik 't zeker: ik moet weg, hier ben ik mijn leven niet zeker.” Hier was Bagdad in 2007 en Haider was 25. Afgestudeerd archeoloog, maar hij verdiende z'n geld als grafisch vormgever. “Op de computer, Photoshop en CorelDraw. Mooie dingen maken en goed verdienen.”
Mashad Bani Aman
“Nog jaren later versnelde mijn hartslag als ik politie zag, bijvoorbeeld in de auto naast me, voor het stoplicht.” Mashad werd op 13-jarige leeftijd door zijn moeder van Iran naar Turkije gebracht. “Om aan de dienstplicht te ontkomen, Iran was in oorlog met Irak. Mijn ouders namen 's avonds het besluit en de volgende ochtend zat ik met mijn moeder in de bus naar Ankara. Ik bleef en mijn moeder ging een dag later terug.”
Ali Vahidnia
“We zagen een commercial over Nederlandse kaas, op tv in Dubai. Toen zij mijn zwager: Nederland, waarom proberen jullie dat niet? Nu droom ik zelfs in het Nederlands.” Eind jaren 80 vluchtte Ali uit Iran, samen met zijn zus. “Ik was 13, mijn zus 22. Eerst naar Turkije en daarna naar mijn oudste zus in Dubai. Die woonde daar, samen met haar man en kinderen. We hebben eerst Amerika en Zweden geprobeerd, maar werden op het vliegveld geweigerd. Nederland lukte wel.”
Farid Lahri
“We hebben de woningmarkt tegen. Asielzoekers met een verblijfsvergunning - statushouders - kunnen niet doorstromen, ze blijven noodgedwongen in AZC 's wonen en de integratie stagneert. Een zorgwekkende ontwikkeling, zeker voor minderjarige asielzoekers.” Farid werkt sinds een maand als concern controller bij het Centraal Orgaan Asielzoekers. Hij praat met een stem waar je graag naar luistert; rustig en overtuigend.
Matti Matloop
“Ik zag geen toekomst meer, m'n leven was niks waard.” Matti groeide op in een volkswijk van Bagdad. “Duizend huizen, zo heette onze wijk. Van die duizend huizen werden er slechts tien bewoond door christenen zoals wij. Er werd van alle kanten op ons neergekeken, we waren ruimschoots in de minderheid. In de andere huizen woonden sjiieten en soennieten. Laagbouw, huizen van twee verdiepingen met een dakterras. De straten waren stoffig en totaal kapotgereden, heel anders dan hier.”